Inleiding tot de milieueconomie

Milieueconomie houdt zich bezig met de vervuilingsproblematiek of, meer algemeen, met voor het milieu hinderlijke activiteiten in de economie. Dit kan gaan om roken in publieke plaatsen of het lawaai van een motorfiets, maar ook om meer globale vraagstukken zoals de vervuiling van de zee of de opwarming van de atmosfeer. 

De nieuwe editie van dit handboek richt zich tot een publiek met een tweevoudige interesse: aan de ene kant het meewerken aan de beleidsvorming rond milieuproblemen en aan de andere kant het managementaspect, waarbij wordt nagegaan hoe bedrijven het best omgaan met het opgelegde milieubeleid. Het biedt meer oefeningen en brengt nieuwe topics aan bod zoals duurzame ontwikkeling en circulaire economie. De auteurs werken in Inleiding tot de milieueconomie met drie eenvoudige economische modellen. Het eerste model is het vraag-en-aanbod model met perfecte concurrentie. Dit model wordt gebruikt om de werking van de markteconomie uit te leggen en hoe de markteconomie reageert op beleidsprikkels. Het tweede model is het model voor de keuze van de milieukwaliteit. Dat model laat toe om de baten en kosten van een betere milieukwaliteit te beoordelen en om in te schatten wat bepaalde beleidsingrepen kunnen realiseren. Het derde model is het discounted cashflow model dat gebruikt wordt om binnen een onderneming de juiste investeringen te kiezen. Het is een geschikt model om na te gaan welke beslissingen vanuit het bedrijfsstandpunt het meest geschikt zijn wanneer er een milieubeperking wordt opgelegd. De modellen en de meest gebruikte milieubeleidsinstrumenten, in deze editie uitgebreid met o.a. onzekerheid en marktmacht, worden geïllustreerd met behulp van concrete toepassingen op, onder meer, het klimaatbeleid, het herbebossingsbeleid en de afvalwaterproblematiek.

De auteurs werken in Inleiding tot de milieueconomie met drie eenvoudige economische modellen. Het eerste model is het vraag-en-aanbod model met perfecte concurrentie. Dit model wordt gebruikt om de werking van de markteconomie uit te leggen en hoe de markteconomie reageert op beleidsprikkels. Het tweede model is het model voor de keuze van de milieukwaliteit. Dat model laat toe om de baten en kosten van een betere milieukwaliteit te beoordelen en om in te schatten wat bepaalde beleidsingrepen kunnen realiseren. Het derde model is het discounted cashflow model dat gebruikt wordt om binnen een onderneming de juiste investeringen te kiezen. Het is een geschikt model om na te gaan welke beslissingen vanuit het bedrijfsstandpunt het meest geschikt zijn wanneer er een milieubeperking wordt opgelegd. De modellen en de meest gebruikte milieubeleidsinstrumenten, in deze editie uitgebreid met o.a. onzekerheid en marktmacht, worden geïllustreerd met behulp van concrete toepassingen op, onder meer, het klimaatbeleid, het herbebossingsbeleid en de afvalwaterproblematiek.

Stef Proost is gewoon hoogleraar milieu-, energie- en transporteconomie aan de KU Leuven. Hij is de sturende kracht achter de onderzoeksgroep ‘Energie, Milieu en Transport’ van de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen van de KU Leuven die zich bezighoudt met de economische analyse van energie-, transport- en milieuproblemen. 

Sandra Rousseau is hoofddocent milieueconomie aan de KU Leuven. Zij is verbonden aan het Centrum voor Economie en Duurzaam Ondernemen van de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen van de KU Leuven. Haar onderzoek omvat het ontwerp en de evaluatie van milieubeleid in theorie en praktijk. CEDON is het referentiepunt voor milieu-economisch onderzoek in Vlaanderen met een focus op duurzaam materialenbeleid, policy design en economische waardering van milieu.