De huisarts als "mijnheer doktoor", alleenheerser en -bestuurder van het zorglandschap is een beeld dat tot het verleden behoort. Door een veranderde maatschappelijke context en meer nog door een verschuiving in het zorglandschap, wordt de huisarts geconfronteerd met andere taken dan de loutere patiëntenzorg. Op relatief korte tijd kwamen nieuwe samenwerkingsmodellen in de praktijk tot stand. Huisartsen groepeerden zich onder één dak, maakten afspraken met collega’s uit de buurt en zetten een permanentieketen op. Er groeide een nood aan praktijkondersteuning door paramedische en secretariaat-medewerkers en er werd overleg gepleegd met externe disciplines. De overheid faciliteerde een aantal opties om de zorgkwaliteit te verbeteren, stuurde aan op degelijke dossierregistratie en stimuleerde zowel intra- als interdisciplinaire samenwerking.
Om aan deze verschuivingen en innovaties een antwoord te bieden, dringt een goed praktijkbeheer zich op. Behalve afspraken over infrastructuur, juridische en financiële aspecten zijn inhoudelijk overleg en een gemeenschappelijk visie vereist: welke opties worden genomen om samen te werken en waarom, welke verwachtingen worden gesteld aan praktijkassistentie, hoe verhoudt de infrastructuur van het gebouw zich tot de functies, …
Dit boek wil geen kant-en-klaar antwoord geven omdat er voor de noden van een huisartsenpraktijk geen one size fits all bestaat. Het geeft wel een uiteenzetting van het beslisproces en de contextuele voorwaarden ter voorbereiding en fundering van een goed praktijkbeheer, en koppelt die aan de bestaande modaliteiten. Het is immers niet voldoende om te weten met wie u als huisarts gaat samenwerken maar wel hoe u dit voorbereidt, welke opties u neemt, hoe u dit verantwoordt, …
Dit boek helpt huisartsen die krijtlijnen uit te zetten en de architectuur van een goed praktijkmanagement te schetsen. De sterkte van het boek ligt in het gegeven dat de auteurs bijna allen actieve huisartsen zijn met een belangrijke expertise in het domein van praktijkmanagement. Een aantal van hen is door professionele activiteiten betrokken bij het huisartsgeneeskundig actieterrein.
Dit boek is eveneens verkrijgbaar als papieren boek.
BIRGITTE SCHOENMAKERS is huisarts in een grote groepspraktijk in Leuven. Als docent is ze verbonden aan het Academisch Centrum voor Huisartsgeneeskunde (ACHG) van de KU Leuven. Sinds 2000 spitst haar onderzoeksdomein zich toe op het ondersteunen van de zorg voor dementerenden en hun mantelzorgers. Daarnaast is ze mede verantwoordelijk voor de opleiding van huisartsen in spe.
JAN DE LEPELEIRE is arts en doctoreerde in de medische wetenschappen aan de KU Leuven. Hij werkt als huisarts en is als hoogleraar verbonden aan de Faculteit Geneeskunde en het ACHG van de KU Leuven. Hij is tevens voorzitter van de werkgroep coördinerende en raadgevende artsen binnen de Belgische Vereniging voor Geriatrie en Gerontologie.
BERT AERTGEERTS is hoogleraar aan de faculteit Geneeskunde van de KU Leuven en afdelingshoofd van het ACHG. Hij is huisarts in Wilsele en voorzitter van het Belgisch Centrum voor Evidence-Based Medicine (CEBAM).
"Voor artsen die wensen met andere collegae samen te werken is dit een nuttig instrument, zeker wanneer zij de stap willen wagen naar een groepspraktijk." - Em. Prof. dr. Chris Geens in A. Vesalius, 2015
"Dit boek geeft concrete handvaten om de persoonlijke visie (of die van de groepspraktijk) op de zich ontwikkelende huisartsgeneeskunde te verfijnen. Het boek lijkt mij een ideale voorbereiding op visiegesprekken met collega's, boekhouders of andere betrokkenen bij eender welke verandering in een praktijk." - Bert Leysen in Huisartsnu, 2015
Onze klantenservice staat voor je klaar. Raadpleeg onze veelgestelde vragen of neem contact op.
Registreer je om een Acco-aandeel aan te kopen of te koppelen en geniet meteen van korting. Inloggen/registreren is ook nodig om bepaalde bestanden te downloaden.
Registreer